Regelmatig zie en hoor ik in Utrecht straatmuzikanten. Ze zijn voor mij altijd een gewild onderwerp om te fotograferen. De eerste straatmuzikant die ik op de plaat zette was een man die prachtige Ierse muziek zong. Hij begeleidde zijn zang met de gitaar. Soms vraag ik mij weleens af wat zo iemand nu bezield om op straat muziek te maken. Sommigen verdienen er veel geld mee, anderen zien het als een bijverdienste. Zo ken ik iemand die daarmee een gedeelte van zijn studie bekostigde. Ze kunnen mij ook weleens irriteren, muzikanten die alleen maar hetzelfde spelen. Zo heb je in Zeist een man die op de accordeon bekende melodieën probeert te spelen. Het is niet mooi wat hij speelt, het ritme klopt niet en hij blijft dit maar eindeloos herhalen. Kan mij heel goed voorstellen dat dit gebrek aan variatie ook irritatie opwekt bij de winkeliers. Maar er is ook mooie muziek te horen. In Bern (Zwitserland) heb ik genoten van vioolmuziek op straat. Daar bleef ik voor stilstaan en ik gooide graag wat geld in de vioolkoffer.
ziet komen in het straatbeeld zijn de draaiorgels. In mijn jeugd had je veel van deze straatinstrumenten en werden ze nog met de hand gedraaid. Tegenwoordig gaat dat met een motortje. Straatorgelmuziek is een plezierige herrie die thuishoort bij het Hollandse straatbeeld samen met de daarbij behorende orgelmannen die met hun ritmische koperengeldbakjes komen bedelen om geld. Ik vind het nog steeds interessant om te kijken hoe zo’n orgel werkt, zoals het draaiorgelboek. Een zigzag gevouwen boek van stevig karton waarin gaten zijn gemaakt. Het draaiorgelboek bedient via de luchtstroom door de gaten de luchttoevoer naar de pijpen van het draaiorgel. Eigenlijk een stukje automatisering uit een ver verleden.
Muziek in de openbare ruimte is in Utrecht bijna niet weg te denken. Een zeer populaire plek is de poort onder de Domtoren, een mooie trechter ten opzichte van het Domplein die verdragende akoestiek teweeg brengt. Ik heb daar een keer staan luisteren naar een groep muzikanten uit Bulgarije. Het waren Roma’s die met veel elan werken van Bach en Vivaldi ten gehore brachten. Een violist, en cellist, hoornblazer en een accordeonist maakten prachtige muziek waar veel belangstelling voor was.
Tijdens een huwelijk van een goede vriend en vriendin speelde iemand doedelzak. Dat gaf een geweldig geluid dat door merg en been ging. Ik kan mij dan ook heel goed voorstellen wat dit instrument teweeg kon brengen op het slagveld bij de vijand.
Muziek kan vermaak zijn in allerlei vormen en stijlen. Ik denk aan klassiek, country, jazz, rap, hiphop, dance, latin en nog veel meer. Muziek kan lekker in het oor liggen en je opzwepen. In de jaren tachtig bezocht ik regelmatig op de zaterdagmiddag de gratis orgelconcerten in de Buurkerk aan de Steenweg in Utrecht. (Grappig, daar is nu het Museum van Speeldoos tot Pierement gevestigd.) Bij deze concerten heb ik de orgelconcerten van Händel leren kennen en waarderen. Deze muziek ontroerde mij en vaak kreeg ik kippenvel.
Muziek is in het leven niet weg te denken en muziek hoort zeker thuis op straat.